shape1

Het geheim van B1

Waarom simpel niet altijd beter is

Als je tekst de wereld in slingert, wil je natuurlijk wel dat mensen snappen wat er staat. Dat ze je boodschap begrijpen en vervolgens doen wat je wilt dat ze doen: iets kopen bijvoorbeeld, of solliciteren. Regelmatig krijgen we daarom de vraag of we een tekst B1 kunnen maken. Ons antwoord is altijd: ja, we kunnen je tekst toegankelijk maken. Maar we stellen er wel altijd twee vragen bij. Weet je wat B1 inhoudt? En zo ja, wil je dan nog stééds B1-copy?

Martijn 1 BG

Door Martijn

B1-teksten

Wat is B1?

Als je een taal leert, doorloop je verschillende fases. In het begin ken je alleen een paar woorden: ja, nee en bedankt. Daarna kun je vertellen hoe je heet en waar je vandaan komt, en weer iets later hoe je het snelst naar de dichtstbijzijnde bakker loopt. Zo kun je stapsgewijs complexere gesprekken en teksten aan, over steeds moeilijkere onderwerpen.

Die stadia zijn voor iedereen en elke taal grofweg hetzelfde. Daarom is binnen de wereld van taalverwerving op zeker moment geprobeerd om algemene taalniveaus te formuleren. Met de Common European Framework of Reference for Languages (CEFR) heeft de Raad van Europa daar in 2001 een belangrijke stap in gezet. Sindsdien hanteert ieder Europees land dezelfde zes taalniveaus. Van laag naar hoog:

  • A1 en A2 (basisgebruiker)
  • B1 en B2 (onafhankelijke gebruiker)
  • C1 en C2 (vaardige gebruiker)

Iemand met A1-niveau snapt simpele woorden en begrijpt mensen die heel duidelijk en langzaam praten, terwijl je in C1 een taal moeiteloos spreekt, verstaat, leest en schrijft – in principe ongeacht het onderwerp. Voor een praktisch beeld: als je op vmbo-t of havo je eindexamen Engels haalt, zit je op B1-niveau. Op het vwo op B2.

B1 is geen harde norm of absoluut gegeven; tekstbegrip hangt grotendeels van je lezer en zijn of haar relatie met het onderwerp af.

Wat kun je met B1?

Volgens het CEFR kunnen mensen op B1-niveau:

  • de belangrijkste punten begrijpen in een verhaal over onderwerpen die ze regelmatig tegenkomen, bijvoorbeeld tijdens werk, op school of in hun vrije tijd;
  • zich in de meeste situaties redden als ze door een land reizen waar die taal wordt gesproken;
  • simpele teksten schrijven over onderwerpen waar ze bekend mee zijn of interesse in hebben;
  • ervaringen, gebeurtenissen, dromen en ambities beschrijven;
  • meningen en plannen onderbouwen en uitleggen.

Toegankelijk Nederlands

Er gaan schattingen rond over hoeveel mensen in ons land het Nederlands op B1-niveau beheersen. Vaak liggen die rond de 80 procent. Logische conclusie: wil je dat zo veel mogelijk mensen je boodschap begrijpen, schrijf dan op B1-niveau. Veel organisaties doen dat dus ook – waaronder de redactie van de website van de Rijksoverheid.

B1 is geen blinde must, maar een strategische keuze – gebaseerd op hoe goed je je klanten kent.

B1: een selectief begrip

Online kom je een hoop musts voor teksten op B1-niveau tegen. Van duidelijke koppen tot korte zinnen en van actieve gezegdes tot sprekende voorbeelden. Ook zijn er websites die je vertellen of een woord wel of niet B1 is. Handig. Het punt is alleen: het is allemaal niet zo zwart-wit. B1 is geen harde norm of absoluut gegeven; tekstbegrip hangt grotendeels van je lezer en zijn of haar relatie met het onderwerp af. Zo kunnen mensen vaak uitstekend op B1-niveau over hun werk lezen. Als dat kwantummechanica is, reken er dan maar op dat ze extreem ingewikkelde termen uit dat specialisme moeiteloos begrijpen. Maar ga er tegelijk vanuit dat ze zich met jargon uit – bijvoorbeeld – de medische wereld of cyberbranche amper raad weten.

Doe even normaal!

Het gaat er wat ons betreft niet om dat je makkelijk schrijft, maar dat je normaal schrijft. Letterlijk, volgens de norm die je doelgroep hanteert. Ofwel: schrijf zoals je klanten praten, en stem dáár zaken als woordkeus en zinslengte op af. Zo maak je teksten toegankelijk voor de mensen voor wie ze ook daadwerkelijk bedoeld zijn. Natuurlijk is de doelgroep van het Rijk nogal aan de brede kant, namelijk alle Nederlanders. En dus is het een goed idee om generieke overheidscommunicatie geschikt te maken voor lezers op B1-niveau. Maar hoeveel organisaties richten zich nou op zó veel mensen tegelijk, met uiteenlopende kennis, achtergrond en opleiding? Precies, bijna geen enkele. Daarom is B1 geen blinde must, maar een strategische keuze – gebaseerd op hoe goed je je klanten kent.

Het gaat er wat ons betreft niet om dat je makkelijk schrijft, maar dat je normaal schrijft.

Altijd simpel is simpelweg te simpel

Om nog even op de overheid terug te komen: die communiceert natuurlijk ook niet altijd met alle burgers tegelijk. In een vacaturetekst voor een ervaren IT-specialist spreken ze geen loodgieters of hr professionals aan. Maak je die tekst te simpel door al het jargon weg te laten, dan loop je de kans om je specifieke doelgroep kwijt te raken. Die nemen de functie namelijk minder serieus als uit de beschrijving niet blijkt hoe complex, uitdagend en geavanceerd het werk is – daar heb je die specialistische taal juist voor nodig.

Met wie praat je eigenlijk?

Het belangrijkste is dus dat je niet ten koste van alles simpel communiceert; je moet praten zoals je doelgroep praat. En dus wéten hoe je doelgroep praat. Daar kom je achter door te googelen of collega’s mee te laten kijken. Maar wat nog beter werkt: vraag het je lezers zelf. Ben je regelmatig op zoek naar – noem eens wat – data engineers? Vraag dan aan data engineers van welke taal ze warm worden. Of ontwerp een test met verschillende varianten en kijk welke het meest aanslaat. Op die manier ontdek je wat B1 voor jouw doelgroep inhoudt. En dus hoe je teksten schrijft die wérken.

Jouw teksten toegankelijker en duidelijker op papier? Martijn helpt je op weg.

Onze eigen verhalen

Jules vertelt

DSC03116

Tekstwerf maakt de IJsprong

We zijn verhuisd

Roos vertelt

DSC08307

Van juridische kost naar klare copy

Contract of voorwaarden herschrijven? Tekstwerf helpt!

Jules vertelt

DSC03116

Detacheren betekent verwijderen, maar doet het tegenovergestelde

Copywriter in je team