Aristoteles: de eerste retoricos
De Griekse filosoof Aristoteles was de eerste die een systematisch overzicht van retorica gaf. In zijn ogen waren retorische middelen nodig om de inhoud van argumentatie kracht bij te zetten. Een van de belangrijkste retorische inzichten voor hedendaagse tekstschrijvers komt zelfs van Aristoteles. Hij noemt in zijn Retorica drie middelen van overtuiging, die je kunt zien als de grondbeginselen van de redeneerkunst: ethos, pathos en logos. Alle drie moeten in elke gesproken en geschreven tekst aanwezig én in balans zijn. Dat gold voor teksten van toen, maar net zo goed voor teksten van nu.
Aristoteles gaat ervan uit dat een goed imago (ethos) belangrijk is voor de overtuigingskracht van de spreker of schrijver. Als copywriter zorg je daarvoor door een foutloze tekst te schrijven. Zelfs een non-persuasieve tekst als een vacature verliest geloofwaardigheid als ‘ie vol spelfouten staat. Pathos houdt in dat je tekst emoties oproept bij je lezers. Schrijf dus vermakelijk, ongeacht het onderwerp: een saaie tekst over een interessant onderwerp blijft saai. De lezer moet niet hoeven ploeteren. Logos spreekt voor zich: de inhoud en structuur van je artikel, betoog of blog moeten in orde zijn. Ze moeten logisch zijn.