Geef je bek maar een douw
Smalltalk is van alle tijden, en volgde tot voor kort een aantal ijzeren wetten. Wist je even niet meer waar je het over moest hebben, dan kon je in sociale situaties altijd terugvallen op de klassieke vier W’s: weer, werk, weekend en de situatie op de weg. Maar wat boeit het weer nog als je het huis niet uit komt? Wat valt er te vertellen over werk, behalve of je het nog hebt of niet? Wie doet er überhaupt nog iets in het weekend? En files zijn ook al niet meer wat ze ooit waren.
Smalltalk in 2020
Gezien deze onderwerparmoede is het niet verwonderlijk dat er tijdens de eerste lockdown vrijwel nergens smalltalk te bespeuren was. Eigenlijk ging het vooral over de lockdown zelf en de mogelijke gevaren en gevolgen van COVID-19. Maar dat is meer bigtalk. Best logisch in zo’n crisissituatie, want over een oorlog of milieuramp is het ook niet echt lekker chitchatten. Gelukkig maakte het prietpraatje in de maanden die volgden een bescheiden comeback tijdens videocalls. Mijn corona-smalltalk top drie, inclusief gedramatiseerde antwoorden:
Bij jou ook alles slecht?
Ik mag niet klagen. Ik heb tenminste nog een baan. Ben nog gezond. Ja, tuurlijk is het pittig met twee pubers. Ben wat kilo’s zwaarder ook wel. Maar ja, wat doe je eraan? Het is wat het is.
Hoeveel mensen heb jij gezien?
Was wel balen hè, die persconferentie precies voor je verjaardag. Toch nog gevierd hoorde ik, veel bezoek gehad? Zó, met z’n vieren! Ja, ik zou het zelf nooit doen. Maar als je een beetje afstand houdt, kan het misschien best wel, zo’n grote groep.
Mute dat nou?
Jij nog wat gedaan dit weekend? … … … … Wacht effe, ik zie je praten maar hoor je n– ah, je staat nog op mute. Wat zei je? Ah, ook niks gedaan… Is iedereen aanwezig? Laten we maar beginnen dan.

Kan niet wachten
Corona heeft bewezen dat ook virussen geen vat hebben op de menselijke drang om leegtes te vullen met woorden. Smalltalk is alive and kicking, maar ik had nooit gedacht dat ik met weemoed zou terugdenken aan een geïmproviseerde lang niet gezien of hakkelende dat ik jou hier tegenkom, gevolgd door een ongemakkelijk gesprek.
Ik mis vooral mijn vier W’s. Stel mezelf retorische vragen over het weer. Bedenk nieuwe manieren om instemmend te reageren op kort maar krachtige analyses van verkeerssituaties. Voeg wat frisse details toe aan het standaardpraatje over mijn werk. En dan maar hopen dat het nog relevante smalltalk topics zijn wanneer de winkels en horeca weer opengaan. Anders zou dit toch zomaar het jaar van de ongemakkelijke stilte kunnen worden.