Kennismaken tussen de kippen
De aanloop naar mijn stage was een typisch geval van ‘het nieuwe normaal.’ Met andere woorden: het was wat vreemd. Ik maakte voor het eerst kennis met Jules (mijn stagebegeleider) in de achtertuin van mijn ouders. Op anderhalve meter afstand, met onze voeten tussen de kippen. Raar, zou je zeggen. Maar tijdens de hoogtijdagen van het coronavirus was het vooral spannend om iemand over de vloer te hebben die niet met jou in één bubbel leefde.
Juf Roos
Deze situatie had ik me achttien jaar geleden nooit kunnen voorstellen. En dan niet alleen die kippen. Door een pandemie dagenlang voor de televisie hangen zou me waarschijnlijk als muziek in de oren klinken. Maar aan de slag gaan als copywriter? Geen haar op m’n hoofd die daaraan dacht. Sinds ik me kan herinneren wil ik namelijk juf worden. Juf Nederlands om precies te zijn, want lezen was mijn favoriete hobby.
Kansloos
Ik heb lang een paar grote rode vlaggen rond deze beroepskeuze over het hoofd gezien. Ten eerste was ik op school geïnteresseerd in alles behalve de kennis die juffen mij wilden bijbrengen. Het enige wat ik leuk vond waren spreekbeurten en werkstukken. Ik weet nog dat ik in één schooljaar 27 spreekbeurten met bijbehorende werkstukken heb gemaakt. Verder herinner ik me weinig van de basisschool.
Daarnaast heb ik eigenlijk helemaal niets met kinderen. Ze snappen dingen niet in één keer, blijven maar vragen stellen en op een of andere manier plakken hun handen altijd. En dan sta ik ook nog eens totaal niet achter wat ze moeten leren bij het vak Nederlands. Volgens mij heb je meer aan een les ‘hoe voer je een sollicitatiegesprek’ dan ‘hoe vind je de bijwoordelijke bepaling in een zin’.
Smullen van stijlfiguren
Toch bleef ik lang vasthouden aan mijn droom ooit juf te worden. Ik begon vol goede moed aan mijn opleiding tot docent Nederlands, om er tijdens mijn eerste stage achter te komen dat het toch echt niets voor mij is. De handen van middelbare scholieren plakken namelijk ook: aan hun telefoon. Logisch, welke puber wil nou het verschil tussen een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde leren?
Op de docentenopleiding was er eigenlijk maar één vak dat ik wél leuk vond: taalwetenschap. Dus het jaar daarop ben ik overgestapt naar de gelijknamige bachelor. Daar leerde ik hoe je woorden kunt inzetten om een gewenst effect te bereiken. Stijlfiguren, argumentatie, framing: ik smulde ervan.
Na jarenlang middelen te hebben bestudeerd om de lezer te beïnvloeden, kijk ik er ontzettend naar uit om ze de komende dertig weken in de praktijk toe te passen. Stiekem denk ik dat dit zelfs nog leuker wordt dan 27 werkstukken en spreekbeurten. En dankzij corona deel ik voorlopig alleen buigingen, boksen en elleboogjes uit. Dus over de plakhanden van collega’s hoef ik me sowieso geen zorgen te maken.
Roosmarijn